Categorieën
Kamp Holland

Floor Rusman op Kamp Holland

Lees hier de column waarmee Floor Rusman namens happyChaos het symposium in de Balie opende:

Wie in de Tweede Fase op school heeft gezeten weet hoe oneindig veel betogen je moet schrijven voor het vak Nederlands. Ook als je de trucjes (pakkende inleiding, argumenten voor, argumenten tegen plus ontkrachting daarvan, conclusie) na een paar keer oefenen wel doorhebt, word je de rest van je middelbareschooltijd gedwongen standpunt na standpunt in te nemen en die te gieten in gortdroge teksten. Het gaat hierbij niet om het opzoeken van ingewikkelde of actuele dilemma’s: hoe uitgekauwder het onderwerp, hoe beter. In mijn klas was het gebruikelijk om gepassioneerde pleidooien tegen de doodstraf en voor abortus te houden. Als je die voorlas, zat iedereen te sterven van verveling. Er was nooit eens iemand die opsprong en het recht van ongeborenen begon te verdedigen, of schreeuwde dat verkrachters door het hoofd geschoten moesten worden.

De obligate betoogjes bij Nederlands hebben me niet kunnen voorbereiden op het ontrafelen van kwesties die ingewikkelder zijn dan ‘het koningshuis’ of ‘euthanasie’.  Het beste voorbeeld van een onderwerp dat ik nooit in een dichtgespijkerd pleidooi zou kunnen samenvatten, is de oorlog in Afghanistan. Vanaf het moment dat Nederland erbij betrokken raakte, heb ik mezelf gedwongen om er artikelen over te lezen, de zaak van verschillende kanten te bekijken, en zo misschien tot een oordeel te komen over het onderwerp. Sinds Bos weigerde de missie in Uruzgan te verlengen met het argument ‘we zouden daar weggaan, punt uit’, en sinds Wilders roept dat we eerst de problemen in Gouda maar eens moeten oplossen, heb ik het vage gevoel dat ik vóór een nieuwe missie ben. Ik verkeer niet graag in het gezelschap van mensen die dingen roepen alleen omdat hun achterban ze wil horen.

De andere argumenten die door politici tegen een politiemissie worden aangevoerd, vind ik meestal ook niet overtuigend. ‘We hebben al genoeg gedaan.’ Iedereen heeft al genoeg gedaan, maar het is nog steeds een puinhoop in Afghanistan. Moet je dan de boel de boel laten? ‘We moeten bezuinigen.’ Nederland is een van de rijkste landen van de wereld. Ja, het gaat nu wat minder goed. Is dat een reden om je niets van de rest van de wereld aan te trekken? ‘Er is geen draagvlak voor onder de bevolking.’ Goddank leven we niet in een land waarin de bevolking direct beslist over een missie. Dat een hockeycoach bij Pauw en Witteman zijn mening mag geven over Kunduz is tot daar aan toe, maar het idee dat gebrekkig geïnformeerde praatjesmakers zouden moeten beslissen over zoiets ingewikkelds als een militaire missie vind ik huiveringwekkend. Je laat Hans Hillen ook niet de opstelling van Pinoké maken. ‘Die hele oorlog was van begin af aan een slecht idee.’ De Noord-Zuidlijn was ook  vanaf het begin een slecht idee, maar ik hoor niemand zeggen dat we de Vijzelstraat nu maar moeten laten zoals-ie is.

De enige argumenten tegen de missie die ik overtuigend vind, gaan over het gebrek aan effectiviteit van de voorgestelde politietraining. Zo heeft Joeri Boom in de Groene Amsterdammer stukken geschreven over de corruptie, het drugsgebruik en het analfabetisme bij de Afghaanse politie. De missie zoals die nu wordt gepresenteerd heeft geen zin, betoogt hij. Het enige dat werkt, is het van de grond af opbouwen van een nieuwe politiemacht. En in het radioprogramma Argos uitten onderzoekers en betrokkenen hun twijfel over de missie: de training is te kort, de bevolking heeft geen vertrouwen in de politie, en de rekruten zijn verslaafd en ongeletterd. In het ergste geval lopen ze over naar de Taliban, met westerse kennis en wapens in hun bezit.

Ik had verwacht dat er tijdens het Kamerdebat, twee dagen na de hoorzitting met dertig deskundigen, over deze argumenten zou worden gediscussieerd. Natuurlijk was dat naïef, ik had immers nog geen jaar geleden gekeken naar een debat waarbij de Kamerleden als een stel kleine kinderen stonden te jengelen over de vraag of Wouter Bos nou wel of niet wist dat er een brief van de NAVO kwam. Bij het debat van eergisteren hadden ze een nieuw thema gevonden om over te scherpslijpen: het onderscheid tussen een militaire en een civiele missie. Voor de PvdA was ‘het is een militaire missie’ het argument om niet vóór te willen stemmen. Waarom? Omdat het gevaarlijk is voor de Nederlandse militairen? Omdat het gevaarlijk is voor de opgeleide agenten? Omdat de Afghaanse bevolking geen vertrouwen kan hebben in een politie die meer doet dan ‘bonnen uitdelen’? Omdat de Nederlandse bevolking in opstand komt als er gevochten blijkt te worden? Niemand gaf hier antwoord op, ook niet de voorstanders: ‘Het is een civiele missie,’ bleven ze herhalen, als een bezwering. Van dit debat werd ik niets wijzer, integendeel.

De dag erna keek ik op de Facebookpagina van GroenLinks, waar honderden razende leden dreigden hun lidmaatschap op te zeggen. Ahmed, een man die op zijn profiel heeft staan dat hij ‘slim’ en ‘zichzelf’ is, vroeg: ‘Kan IEMAND mij uitleggen wat de voordelen zijn van deze missie?’ Een andere boze GroenLinkser, die ironisch genoeg volgens Facebook als lijfspreuk heeft ‘think global, act local’, antwoordde: ‘Er zijn welgeteld nul voordelen. DOE HET DUS NIET.’ Daaronder postte Ahmed tevreden: ‘Dank je wel Mark voor het bevestigen van mijn gedachtes.’

Het bevestigen van je gedachtes. Dat is precies wat we op de middelbare school leerden: het voor de honderdste keer opschrijven waarom je A vindt en waarom B een belachelijk standpunt is. Zelfs na het matige Kamerdebat verlangde ik niet terug naar de tijd waarin ik die betogen moest schrijven. Het is noodzakelijk om te twijfelen aan je eigen argumenten, om van standpunt te veranderen en weer terug. Hopelijk is dat wat jullie deze avond kunnen doen: nieuwe dingen horen, twijfelen aan je mening, het laten ontkrachten van je gedachtes. We zullen de situatie in Afghanistan en de nieuwe missie van alle kanten belichten zonder ons te verschansen in de loopgraven van anti- of pro-Amerikanisme, pacifisme of complottheorieën over op olie beluste Amerikanen. En misschien volgt er geen conclusie.